Koffie geschiedenis in Nederland
- Henk Verweij
- May 20, 2017
- 1 min read

Amsterdam werd aan het eind van de 17e begin 18e eeuw een wereld centrum voor de koffiehandel. Dat was vooral te danken aan haar burgemeester Nicolaas Witsen, de stuwende kracht achter de pogingen om te komen tot een eigen koffiecultuur en daarmee het Arabische monopolie te doorbreken in 1696 mislukte, door een grote overstroming, de eerste koffie aanplant op Java. In de buurt van het huidige Jakarta. Maar de tweede poging in 1699 had meer succes en de koffiecultuur op Java overvleugelde in de loop der jaren de productie van de Arabieren. In dezelfde tijd dat de koffiecultuur op Java begon te bloeien, werden enkele koffieplanten naar Amsterdam gebracht en daar als botanische curiositeit gekweekt in broeikassen.
Een jaar voor zijn dood (1715) kreeg de Franse koning Lodewijk de Veertiende van de Amsterdamse Burgemeester een jonge koffieplant als geschenk aangeboden. De plant werd met veel praal en ceremonieel vertoon in de Koninklijke botanische tuin van Parijs geplant. Die ene plant is uitgegroeid tot de stammoeder van miljarden koffieplanten over de hele wereld. In het begin werden de bessen heel gegeten of tot pulp gestampt, vermengd met dierlijk vet tot eetbare balletjes gerold. Later werd er een soort soep van gekookt.

Handelaren hebben tenslotte de koffie bij de Arabieren geïntroduceerd. Tegen de dertiende eeuw was het gebruik om de bonen te roosten en te malen voor een aftreksel populair in heel Arabïe. De Arabieren smokkelden de planten mee uit Ethiopië en gingen het verbouwen voor de handel. Tenslotte werd er in Mekka en Medina volop koffie verbouwd en tegen de vijftiende eeuw was de cultivatie verbreid naar Perzië, Egypte, Turkije en Noord Afrika.
Comments