Chocolade geschiedenis

Oorsprong Chocola

“Cacahuatl “voor de Maya’s en de Toltecs, “Xocoatl “voor de Azteken. Van oorsprong komt de cacaoboon ( chocolade) uit Midden en Zuid Amerika, waar deze rituele drank was voorbestemd voor prinsen, priesters, hoogwaardigheid bekleders en rijken.Een bittere en gekruide mix met potentie verhogende en vitaliserende kracht, xocoatl was een koude en schuimige mix van cacaopasta en water, waaraan peper, vanille, chili, kaneel, muskus en maïsmeel was toegevoegd. In 1502, zag Christopher Columbus, tijdens zijn vierde reis op het eiland Guanaja, Indianen cacao als drank en bonen als geld ( betaalmiddel) gebruiken.De Spanjaarden wijzigde het recept door er honing en later rietsuiker aan toe te voegen. In plaats van water of wijn werd kokend water over de pasta gegoten, met suiker tot schuim geroerd en opgeklopt. De kruiden werden vervangen door anijszaad en sinaasappelbloesemwater, behalve bij amandelen of hazelnoten. De drank werd geserveerd met “picatoste “of stukjes geroosterd brood om in de chocolade te dopen.

Er is één uitzondering “de amenolado variëteit “bekend als de Arriba boon, groeit in Ecuador. Zijn delicate smaak en fijne aroma kunnen zich meten met ’s werelds beste bonen.

In 1527 werd cacao in Spanje geïntroduceerd en aanvankelijk alleen in kloosters geconsumeerd aangezien het Vaticaan dit toestond tijdens langdurig vasten. Een medicinale en voedende drank, die de vruchtbaarheid stimuleerde. Pas aan het eind van de 16e eeuw deed cacao zijn intrede aan het Spaanse Hof en door de Rijken werd toen van deze drank genoten bij zoetigheden, jams, maar ook bij eieren en melk.

Cacao werd populair bij de Edelen en de Bourgeoisie van Europa gedurende de 17e eeuw. De smaak en structuur van de cacao werd verfijnder en de aroma’s meer ontwikkeld: kaneel, kruidnagelen, eierendooiers, en madeira wijn, evenals jasmijn of citroen in Italië.

In Engeland werd het populair in Thee, Koffie en Chocolade huizen, waar het geserveerd werd met hete melk. In Duitsland prefereerde de mensen het met wijn te mengen. Pas in 1674 werd chocolade in vaste vorm verkocht als een Spaanse pudding en als pastilles.

De verminderde belasting en de ontwikkeling van transportmogelijkheden democratiseerde het gebruik van chocolade in de 18e en 19e eeuw, “industrialisatie“ deed zijn intrede. De uitvinding van cacaopoeder leidde tot het creëren van een instantdrank met chocolade aroma met minder vet. Daarnaast ontstonden gevarieerde chocolade repen: naturel, met hazelnoot, en later met melk. In 1866 vond chocolade zijn weg naar de banketbakkerijen waar het werd gebruikt voor het componeren van taarten, crèmes en biscuits.

In de 20ste eeuw nam de consumptie van chocolade enorm toe. Fijnproevers konden zich te goed doen aan gevulde bonbons, chocolade repen, chocolade snoepjes, boterhambeleg pastilles om bij thee of koffie te serveren enz. enz. In 1924 werd de eerste chocoladefabriek gesticht door een Patissier uit Tournon in Frankrijk, deze fabriek ontwikkelde in 1984 een chocolade met 70% cacao “Guanaje “, waarmee de start werd gemaakt naar de Grand Crus chocolades van hoge kwaliteit en uitmuntende finesse.

VAN BOOM TOT BOON

De cacaoboom prefereert een warm en vochtig klimaat zoals in de tropische wouden, waar het groeit in de schaduwen van hoge bomen die de boom beschermen tegen licht. Alle cacao producerende landen liggen rondom de evenaar.

De cacao bloesems groeien direct aan de stam en de zijtakken. Slechts een van de 300 bloemen zal zich in een langwerpige vrucht transformeren: de cacaopeul. De peulen zijn het gehele jaar te oogsten, waarvan 2 periodes zich onderscheiden resp. Maart tot Mei en van Oktober tot November.

Er zijn 2 onderscheidende soorten cacaobonen die in de chocolade-industrie worden verwerkt.

“ ​

#Chocolade #Chocoladegeschiedenis